“Wat was dit een kutdag!”

In de vorige blog En nu in het ongemak blijven staan kon je lezen hoe Geert heeft ervaren dat in het ongemak vaak ook opluchting en bevrijding zitten. De laatste twee zinnen van deze blog:

Geert reed naar huis die middag – op z’n ligfiets – en was moe, maar voldaan. Hij had daarbij slechts één gedachte: het is hard werken, maar kan teamwork echt zo mooi en simpel zijn?

Maar vandaag was alles weer anders. Wat was dit een kutdag!

Het begon al in het MT vanochtend. Op verzoek van Geert kwam het MT nog een keer bij elkaar in het kader van ‘het hebben van een gedeelde visie’. Elk teamlid bracht zijn persoonlijke waarden in. De twee centrale vragen waren: wat vind je belangrijk in je werk? Hoe wil je omgaan met je collega’s en je klanten?

De bijeenkomst ging van de hak op de tak en er zat totaal geen lijn in. De verschillen die er waren lijken alleen maar te zijn toegenomen en er is ook geen helder besluit genomen. Geert, die toch al de neiging heeft iets te snel conclusies te trekken, sloot de bijeenkomst gefrustreerd af met de opmerking: “Laat maar, we komen never nooit op één lijn met dit team.”

Ook tijdens de lunch kwam Geert niet tot rust. De bijeenkomst heeft hem tot nadenken aangezet. Het is een onrustige tijd, hij merkt het ook aan zijn medewerkers. Kleine opdrachten die onnodig veel tijd vragen en klanten die steeds mondiger worden en meer en meer eisen stellen. Het stijgt Geert allemaal een beetje naar de kop.

In de middag werkt hij nog twee afspraken af zonder dat hij écht aanwezig is. En eindelijk zit de dag er dan op. Weekend. De intensieve week die achter hem ligt maken dat ie onderweg naar huis, in z’n ligfiets, nog even doormijmert…

geert-en-lovelace

De vrouw van Geert, Anja, is eerder deze middag al naar Utrecht vertrokken. Een weekend weg met vriendinnen. Zoals gewoonlijk zoekt hij, als hij alleen thuis is, de huisrat Lovelace op voor een goed gesprek. Hij moét gewoon even van zich afpraten.

“Tja Lovelace, ga er maar even goed voor zitten. Het was echt een rotdag vandaag… Vroeger ging het allemaal veel makkelijker, was bijna alles vanzelfsprekend en… was het eigenlijk ook veel leuker. In die tijd vertelde onze leidinggevende ons gewoon wat we moesten doen en dat deden we ook gewoon. Dat werkte voor iedereen prima. Tegenwoordig moet iedereen ergens iets van vinden. En alles moet sneller en efficiënter. Pfff…..”

Het is maar zelden rustig in het hoofd van Geert, maar ineens bekruipt hem een heel naar onderbuikgevoel. Nu hij zo van zich afpraat tegen Lovelace spookt er plots een wezenlijke twijfel door zijn kop. Geert schrikt van zijn eigen gedachte: “Wil ik nog wel teamleider zijn?”